Lijfrente en overlijden

Lijfrente en overlijden. Hoe zit het precies?

Wat gebeurt er met mijn lijfrente als ik kom te overlijden is een belangrijke vraag om bij stil te staan. Voor veel mensen is de lijfrente namelijk een belangrijk deel van het vermogen. Het is daarom goed te weten welke regels er zoal zijn en wat de gevolgen zijn van de keuzes die u maakt. In dit artikel leest u meer over hoe het zit met uw lijfrente in het geval dat u komt te  overlijden.

lijfrente en overlijden

Vermogensverlies lijfrente bij overlijden

U kunt uw lijfrentekapitaal onderbrengen bij een verzekeraar, bij een bank of een beleggingsonderneming, zoals VRY van Fintessa.

Kans op vermogensverlies
Wanneer u kiest voor een verzekeraar, dan is het belangrijk om goed te kijken wat er met uw lijfrente gebeurt wanneer u onverhoopt komt te overlijden. In de meeste gevallen vervalt uw lijfrente bij overlijden namelijk geheel of gedeeltelijk aan de verzekeraar.
In de opbouwfase ontvangen uw erfgenamen vaak nog een deel van het kapitaal. Wanneer u in de uitkeringsfase komt, dan kan het zo zijn dat uw gehele lijfrente in geval van overlijden aan de verzekeraar toekomt.

Geen vermogensverlies
Wanneer u een lijfrenterekening bij een bank of een beleggingsonderneming onderbrengt speelt dit niet. Bij deze aanbieders komt de restant waarde van uw rekening toe aan uw erfgenamen. Er is in dat geval dus géén sprake van vermogensverlies van uw lijfrente bij overlijden.

In dit artikel nemen we verder een lijfrente bij een bank of een beleggingsonderneming als uitgangspunt.

 

Overlijden tijdens de opbouwfase van uw lijfrente

Ook wanneer u komt te overlijden zijn er fiscale regels met betrekking tot uw lijfrente. Uw erfgenamen zijn dus niet vrij om te bepalen hoe ze het geld willen gebruiken.

Wanneer u komt te overlijden vóórdat de lijfrente uitkering is begonnen, dan moeten u erfgenamen een nabestaandenlijfrente aankopen. Er zijn wettelijke regels van toepassing ten aanzien van zo’n nabestaandenlijfrente, waarbij de regels afhankelijk zijn van de relatie tussen u en uw erfgenaam.

De meest voorkomende situatie is dat uw partner bij overlijden uw lijfrente erft. Uw partner moet het lijfrentekapitaal dan gebruiken voor een periodieke uitkering die minimaal vijf jaar loopt. Langer mag ook. De uitkering moet direct ingaan, tenzij uw partner recht heeft op een ANW-uitkering. In dat laatste geval mag de uitkering uit de nabestaandenlijfrente worden uitgesteld tot het moment waarop de ANW-uitkering eindigt.

Het kan ook zo zijn dat een ander familielid uw lijfrente erft. Bijvoorbeeld omdat u geen partner hebt. Meestal gelden dan andere eisen ten aanzien van de looptijd van de periodieke uitkering die uw erfgenamen moeten aankopen. Daarbij maakt het ook nog uit of deze erfgenaam ouder of jonger is dan dertig jaar.

Natuurlijk kunt u de lijfrente ook nalaten aan iemand die geen familie van u is. In dat geval geldt weer als eis dat de uitkering direct moet ingaan en minimaal vijf jaar moet duren.

 

Overlijden tijdens de uitkeringsfase van uw lijfrente

Wanneer uw lijfrente al uitkeert op het moment waarop u komt te overlijden dan lopen de uitkeringen door tot de oorspronkelijke einddatum van uw lijfrente. Wanneer u bijvoorbeeld nog vijf jaar recht had op een uitkering, dan wordt diezelfde uitkering in die vijf jaar uitgekeerd aan uw erfgenamen. Wilt u weten wat VRY van Fintessa u kan bieden? Neem nu contact met ons op en wij vertellen u graag wat de mogelijkheden zijn voor uw lijfrente.

 

Wie zijn uw erfgenamen?

Op basis van uw testament wordt bepaald wie bij overlijden recht hebben op uw lijfrente. Wanneer u geen testament hebt, dan geldt het wettelijk erfrecht. Veel mensen willen graag dat de lijfrente bij overlijden toekomt aan de partner. Het is dan belangrijk om te kijken of dat op basis van het testament ook zo is geregeld. Wanneer uw testament bijvoorbeeld bepaalt dat uw nalatenschap moet worden verdeeld tussen uw partner en uw kinderen, dan geldt dat ook voor uw lijfrente. Tenzij u in uw testament een aparte bepaling voor uw lijfrente laat opnemen. Raadpleeg waar nodig een specialist.

Een lijfrente moet op grond van de wet- en regelgeving toekomen aan een natuurlijk persoon. Wanneer u uw lijfrente nalaat aan een niet-natuurlijk persoon (bijvoorbeeld een goed doel), dan voldoet uw lijfrente na uw overlijden niet meer aan de wettelijke voorwaarden. Dat betekent dat de gehele waarde in één keer progressief wordt belast, aangevuld met een fiscale boete (revisierente) van maximaal twintig procent. Dat is wellicht iets om in uw testament rekening mee te houden.

 

Lijfrente en overlijden: hoe zit het met erfbelasting

Uw erfgenamen moeten in beginsel erfbelasting betalen over de waarde van uw nalatenschap.

Uw partner en kinderen betalen, afhankelijk van de hoogte van de nalatenschap, tot twintig procent belasting. Voor andere erfgenamen kan de erfbelasting oplopen tot veertig procent van de waarde van de nalatenschap.

Een deel van uw nalatenschap is vrijgesteld van erfbelasting. Voor uw partner geldt een forse vrijstelling, maar voor andere erfgenamen zijn die vrijstellingen vrij beperkt.

Over de waarde van uw lijfrente hoeven uw erfgenamen na uw overlijden géén erfbelasting te betalen. Wel wordt de vrijstelling van de erfbelasting verminderd met de waarde van uw lijfrente bij overlijden.

 

Waarom kiezen voor VRY?

VRY van Fintessa biedt laagdrempelige beleggingsoplossingen. Met het beleggen van uw lijfrentekapitaal bij VRY profiteert u van de uitgebreide en onafhankelijke beleggingsaanpak van Fintessa. Hierdoor verhoogt u de kans op een hoger rendement. Neem nu contact met ons op om te kijken wat de mogelijkheden zijn.

Kies voor vrijheid en een onafhankelijk beleggingsbeleid
Voor meer informatie kunt u kijken op www.vryvanfintessa.nl

De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.

Start typing and press Enter to search

×